Vreemd hoe de laatste tijd opeens het landschap wordt meegetrokken in de steeds weer oplaaiende discussie over onze Nederlandse identiteit. Eerst in De staat van de ruimte, het rapport van het Ruimtelijk Planbureau. Het eigene van het Nederlands landschap is volgens directeur Wim Derksen de delta. ‘Want,’ zo zegt hij, ‘je kunt wel zeggen dat de Achterhoek en de heuvels van Zuid-Limburg zo mooi zijn, maar half Europa ziet er uit als de Achterhoek. Het kenmerkende aan ons land is het water.’
En gisteren hoorde ik eenzelfde geluid weer uit de mond van Marianne Kuijpers van het Milieu en Natuur Planbureau. Zij stelt in het rapport Nederland Later voor om de Utrechtse Heuvelrug bij de Randstad te betrekken. ‘Want,’ aldus Kuijpers, ‘de natuur van de Utrechtse Heuvelrug is niet erg karakteristiek voor Nederland, natte natuur is dat wel.’ Vreemde argumentaties vind ik dat. Is dit nu een typisch begin 21e eeuws perspectief? Of een typisch Randstad perspectief?
Misschien kunnen we heel Oost-Nederland gewoon aan Duitsland geven en het zuiden aan de Belgen. Voorbij Utrecht versta ik ze toch niet meer.
Weet u wat trouwens ook geen typisch Nederlandse natuur is? De paardenkastanje. Kwam begin 1600 uit Turkije over. Samen met de tulp.