Der Mann ohne Eigenschaften

 marco-van-basten.jpg

Het was een jaar of vijf geleden. Toen Danny Blind nog trainer was van de A1 van Ajax en Marco van Basten bij hem stage liep. Welke wedstrijd het was weet ik niet meer. Hedwiges Maduro speelde mee, dat weet ik nog wel. Ik zat op de kleine tribune aan het hoofdveld van sportpark de Toekomst, waar de jeugd van Ajax zijn wedstrijden speelt.
Het was rust en vlak voor de tweede helft zou beginnen, stapte hij de tribune op. Een fractie van een seconde lang keek hij om zich heen – misschien om te kijken of hij een bekende zag – en ontmoette op dat moment, zoals gewoonlijk, een paar honderd ogen die een bekende zagen.
Terwijl mijn hart onwillekeurig sneller ging slaan, beklom hij met rustige pas de betonnen treden van de tribune. Ik wilde of durfde niet naar hem te kijken, maar vanuit mijn ooghoeken zag ik toch hoe hij bij mijn rij stilhield en langzaam langs de lege stoeltjes in mijn richting liep. Uiteindelijk hield hij naast mij halt en terwijl ik krampachtig mijn blik op het speelveld gericht probeerde te houden, zag ik hoe hij uit zijn broekzak een zakdoek tevoorschijn haalde. Met stijgende verbazing keek ik toe hoe hij het plastic kuipje ermee schoon veegde, het ding weer opborg, de pijpen van zijn broek een tweetal centimeter optrok en naast mij plaatsnam. We hadden elkaar nog nooit gezien. Dat wil zeggen, ik hem wel natuurlijk, maar hij mij niet.
Hij pakte een notitieboekje uit de binnenzak van zijn jas, sloeg het open, haalde uit dezelfde zak een pen tevoorschijn en begon met zijn pen in de aanslag het spel aandachtig en stilzwijgend te volgen. Mij lukte dat na zijn verschijnen slecht meer. Ik kon mij in zijn schaduw gezeten nog maar moeilijk op de wedstrijd concentreren.
Wat mij, behalve de precisie waarmee hij zijn stoeltje had schoongeveegd, vooral was opgevallen, was zijn kleding. Hij droeg die herfstige middag een broek, overhemd en kort jasje, welke eruit zagen alsof zijn vrouw ze bij de Wehkamp had besteld.
Misschien, zo denk ik nu wel eens, is de corrosie van mijn idool toen op die vochtige zaterdag begonnen.
De voetbalvisie van Marco van Basten is misschien nooit een andere geweest dan een met licht dédain uitgesproken ‘Geef mij die bal nou maar, dan schiet ik ze er wel in’ – wat hij in de meeste gevallen nog deed ook. Kan het niet zijn dat hij ergens in de tussenliggende jaren de heimwee naar zijn ongeëvenaarde doelpunten, zijn geniale acties en lichtvoetige bewegingen is gaan houden voor een geestdrift voor het trainerschap? Een leegte, dat is wat ik nu gewaar word als ik hem of het Nederlands Elftal op televisie zie. Ein Mann ohne Eigenschaften. Voetbal zonder kenmerken.
Misschien is het zijn vrouw wel geweest die hem, tijdens het doorbladeren van de Wehkamp-catalogus, van de bank afjoeg met het dringende advies een hobby te zoeken.
Ik kan mij zo voorstellen dat hij dat tijdens de tactische besprekingen nu nog steeds het liefst tegen zijn spelers zou zeggen. ‘Geef mij die bal nou maar, dan schiet ik ze er wel in.’ Iets waar hij misschien ook nu, zo heb ik nooit afgeleerd te denken, nog toe in staat zou zijn ook.
Het begon heel licht te miezeren, die zaterdagmiddag, een regen die zich daarna verdikte tot een opalen herfstnevel. Even voor het einde van de wedstrijd verliet hij de plaats naast mij weer en even geruisloos als hij er was gekomen daalde hij af langs de treden van de tribunetrap. Het notitieboekje is, voor zover ik mij kan herinneren, onbeschreven in zijn binnenzak verdwenen.

Eén gedachte over “Der Mann ohne Eigenschaften

Plaats een reactie