Aangloeien

Verderop in de gang van het verzorgingshuis staat een groepje verzorgsters en verpleegsters te praten. Ze maken handgebaren, knikken, overleggen; een schiet er in de lach.
‘Mevrouw B. is uit haar bed gevallen,’ verklaart mijn moeder als ik haar ernaar vraag. Naar buiten starend blijft ze met haar rollator middenin de kamer staan. ‘Je vraagt je af hoe je uit je bed kan vallen,’ peinst ze, ‘ik draai me ook tien keer per nacht om, maar ik ben nog nooit uit mijn bed gevallen.’
Ik heb haar wakker gemaakt: toen ik het halletje binnenstapte, betrapte ik haar bij het opzetten van haar bril. Ik knip het koffiezetapparaat aan dat zij al heeft klaargezet, berg haar boodschappen op en hang mijn jas op. Ik schenk koffie in, leg de meegebrachte gevulde koeken op een schoteltje, ga tegenover haar aan tafel zitten en zeg iets over het weer. Ze is er met haar gedachten nog niet helemaal bij, mijn moeder. Op zulke momenten, gewekt uit een van haar hazenslaapjes, heeft ze even tijd nodig. Ze moet aangloeien, als een spaarlamp of een ouderwetse buizenradio. Ik vraag me af of die opstarttijd toe zal nemen, in duur of in frequentie, en of ik er getuige van zal zijn als dat zwakke gloeien niet meer in staat zal zijn een licht te ontsteken in de schemering van haar geest.
Ze drinkt haar kopje leeg: de koffie doet haar zichtbaar goed. Ze pakt een van de lijstjes die ze maakt erbij om te zien wat ze mij vandaag allemaal moet vragen. Bij de eerste regel vonken haar ogen en krijgt haar huid zowaar wat kleur. ‘Ach,’ zegt ze, ‘nou wordt-ie helemaal mooi.’ Ze schiet overeind en zonder rollator komt ze op mij af. ‘Het is toch erg, hè, vergeet ik daar mijn hele kind.’
Ik ben jarig. Achtenveertig.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s