Ik meen dat het de rekstok was. Een van de atleten had zojuist bovenmenselijke prestaties geleverd waar ik met ontzag en ongeloof naar had zitten kijken. Nauwelijks aangedaan door zijn inspanningen schreed hij naar een bankje, om daar het oordeel van de jury af te wachten. Op gezicht noch torso was een zweetdruppeltje te zien; slechts een lichte blos kleurde zijn wangen. In zich zelf gekeerd staarde hij voor zich uit en begon met langzame bewegingen de zwachtels van zijn polsen te wikkelen. Hij boog voorover, pakte een plastic tasje onder de bank vandaan en stopte daar de zwachtels in. ‘Lee’ stond erop. En opeens zat daar weer een jongen van misschien net twintig.