Tellen

Toen de sneeuw laatst eindelijk uit onze achtertuin was verdwenen, werden wij verrast door de bloeiende irisjes die daaronder vandaan kwamen. Zo maar. Als een stukje taart dat iemand voor je in de koelkast heeft bewaard. En alsof het allemaal niet op kon scheen de zon vandaag ook nog eens genereus.

We gingen naar de Zuiderheide, omdat ik het altijd weer mooi vind om daar vanuit het bos naar de rand van de stuwwal te lopen, waar de heide afloopt naar de Eemvallei. Wat zal het hoogteverschil zijn? Nog geen twintig meter, denk ik. Maar toch in al zijn eenvoud spectaculair.

Sommige dingen gaan erop vooruit in de winter. Het mos, bijvoorbeeld, dat bijna fluorescerend groen oplichtte tussen de donkere heide en het witte zand. Alsof het net als wij het voorjaar vierde. En de berkjes natuurlijk, die in de wintermaanden hun moments of fame beleven. Als hun witte stammetjes zo fijntjes gepenseeld mooi staan te zijn, bekroond met een wazig purperen takkenkroon.

We dronken een kopje koffie bij theehuis ’t Bluk en aten halverwege op een bankje een mandarijntje. Achter ons rug passeerde ons een gezin waarvan de vader van het informatiebord oplas dat de zeven grafheuvels op de Zuiderheide 4000 jaar oud zijn. Zijn zoon protesteerde. Zei dat dat niet kon omdat we pas bij tweeduizend waren. Mooi was dat.

Wij zaten met ons rug naar ze toe en het duurde misschien twee seconden, een drietal gedempte voetstappen op de zandgrond, totdat ik het antwoord van de moeder hoorde, die zei dat we ‘op een gegeven moment waren begonnen te tellen’.

Ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik vond dat van een prachtige elegantie.

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s