Het was toen ik laatst de film A good woman op televisie zag. Op een doordeweekse avond. Bij de BBC of de BRT, dat weet ik niet meer. De film zelf stelde niet zoveel voor. Het decor van het Italiaanse Amalfi was mooi, de oneliners van Oscar Wilde, op wiens Lady Windermere’s fan de film was gebaseerd, waren witty, maar kijken naar de film (en blijven kijken) deed ik toch vooral vanwege de aanwezigheid van Scarlett Johansson daarin.
Misschien kwam het wel juist doordat de film zo weinig bijzonder was en kabbelend voorbij trok. Misschien wel juist doordat er zo weinig te zien was, zag ik waar de schoonheid van Scarlett Johansson ‘m nu precies in zit.
Laat ik u verklappen dat die in haar neus zit. Die is goed beschouwd te groot. En te bollig aan het uiteinde.
Maar het is juist die onvolmaaktheid die ontroert, kwetsbaar maakt en mooi.
In mijn ogen dan.