Er is muziek die bij uitstek geschikt is om in de auto te beluisteren. En er zijn landschappen die gemaakt lijken te zijn om met muziek aan doorheen te rijden. Soms, als die twee dingen samen komen, kan er iets bijzonders gebeuren.
Het was aan het einde van een lange dag reizen over de Franse snelwegen. Op het moment dat de vermoeidheid van de reis en het verlangen naar de plek van bestemming elkaar vinden in een verstilde, dromerige gemoedstoestand. De E9 was bij Foix overgegaan in de N20 en wij reden richting Tarascon-sur-Ariège, op weg naar onze bestemming in de Pyreneeën. We draaiden een CD met nummers die ik daar thuis op had gebrand en de muziek vulde niet alleen de auto, maar lekte vanuit die luchtbel ook naar buiten, waar de klanken door het landschap aan de andere kant van de autoraampjes vloeiden.
Toen gebeurde het. Net op het moment dat de eerste pianoklanken uit de luidsprekers van onze auto kwamen, reden wij een tunnel in, een nieuwe tunnel, verlicht met een rij zeegroene lampjes aan weerszijden van de weg. Het was een wonderlijke symbiose, die beeld en geluid op dat moment aangingen. Een waarin niet alleen het geluid van de auto, maar ook de auto zelf leek te verdwijnen en wij gedragen door de muziek door de donkere tunnel zweefden, weg van elk besef van ruimte en tijd.
Daarom op nummer 4. De album versie. Vanwege het lange piano-intro. Zonder de overigens mooie videoclip. Doe uw ogen dicht en creëer uw eigen beelden.