Hoewel ik sinds de verbouwing en heropening grote bewondering heb voor het beleid, de strategie en de uitvoering van de marketing en communicatie van het Rijksmuseum, heb ik nu al een hekel aan die Marten en Oopjen. Vind het onuitstaanbare types, die twee. Stelletje sije sokken, zou mijn moeder zeggen.
Klassiek gevalletje van overkill, lijkt me. Ik kan geen krant, blad, website of tv-kanaal openslaan of die twee kijken me aan. Zelfs als ik op de fiets door Amsterdam rijd kom ik ze tegen. Wist u trouwens al dat er een Marten en Oopjen magazine is gemaakt voor leerlingen uit groep 6 en 7 van de basisschool?
Het ergst van alles vind ik die geforceerde amicaliteit. Ik wil schilderijen niet bij een voornaam noemen. Ik wil geen vriendschappelijke relatie met verf op doek. En ik wil al helemaal niet dat mij een beroep op mijn Nederlandse identiteit of vaderlandsliefde door de strot wordt geduwd.
Dacht ik deze zomer van het oranjegedoe af te zijn, krijgen we daar dat lullige stel voor in de plaats.
Schijnt zelfs dat er momenteel een videootje viral gaat waarin Wim Pijbes ‘Marten is on fire’ zingt.