Gisteren gewandeld met broer in Waterland. Broek, Zunderdorp, Zuiderwoude, Broek. Gras, water, lucht en broer. En Nescio, want die is nooit ver weg in Waterland. Als ik aan de horizon het silhouet van Ransdorp zie, dan fluister ik onhoorbaar voor anderen ‘de vierkante toren van Ransdorp in de verte en de rij van nietige huisjes aan weerszijden ervan’. Dat moet ik van mijzelf.
Waterland. Hoewel geboren en getogen in Amsterdam wist ik lang niet van het bestaan ervan. Het moet ergens in het begin van de jaren tachtig zijn geweest dat ik er voor het eerst kwam. In mijn herinnering is het fotograaf en filmmaker Emiel van Moerkerken die mij met de streek deed kennismaken. Misschien was het in 1983, toen zijn korte film Volgend jaar in Holysloot een Gouden Kalf won. In mijn geheugen rust een verhaal waarin ik op de fiets naar Holysloot ga en daar een tentoonstelling met foto’s van hem bezoek. Ik denk zelfs te weten waar dat was: in het oude schoolgebouwtje, waar nu horecagelegenheid Het Schoolhuis zit. Maar op internet kan ik daar niets van terugvinden. En ik heb geleerd mijn geheugen te wantrouwen.
Broer wijst op een bordje bij de kerk van Zunderdorp: rijweg vrijhouden i.v.m. toegang dominee. ‘Da’s ook een aardige,’ zegt hij en neemt een foto. We lopen verder. Net als wij samen concluderen dat er van de Zuiderzee geen spoor te bekennen valt, trekt aan de horizon een paar zeilen voorbij. We kijken, kikkers kwaken en koeien scheuren een weiland kapot.
De zon brandt. Over de Nieuwe gouw gaat het, de Poppendammergouw, de Aandammergouw, Verwacht hier geen fantasie. Waterland is simpel.
Net als het leven. Soms.