Plaatjesmakers

GG-580-E2 0031

Of: Waarom ik niet van Jeroen Bosch houd. Want dat doe ik niet. Nooit gedaan ook. Zelfs nu niet, nu het blockbuster-geweld rond de tentoonstelling in Den Bosch over ons heen trekt. Dat komt doordat ik Bosch een illustrator vind. Een illustrator die plaatjes maakt bij een verhaal, maar zonder dat verhaal doen de plaatjes me niet zoveel.

Dat verhaal nu, kunnen verschillende verhalen zijn. Allereerst is dat natuurlijk het verhaal van zijn tijd, de late middeleeuwen. Een verhaal over rijkdom en armoede, lust en zonde, dood en eeuwigheid, religie en boertige volkscultuur. Een intrigerend en boeiend verhaal, maar het karakter van de schilder en de schilderijen, zijn handschrift, de gebrekkige stijl, de overdaad, staat een appreciatie van de plaatjes an sich in de weg. Ik vind het boek beter.

Het tweede verhaal is dat van de iconografie. En dan niet met betrekking tot de betekenis van de christelijke of wereldlijke voorstelling, maar tot de betekenis van de afgebeelde symbolen. De taal waarin dit verhaal is geschreven kunnen wij niet meer lezen, of alleen nog met behulp van een vertaalhulp of woordenboek. Wij lezen dan de vertaling en gebruiken het origineel alleen nog als bevestiging van hetgeen wij zojuist gelezen hebben. Het doek wordt een illustratie bij een theoretische verhandeling. Uit (quasi)wetenschappelijk oogpunt interessant, maar ook niet meer dan dat.

Het derde verhaal is dat wat wij, toeschouwers in de eeuwen na Bosch, geschreven hebben. Het is een verhaal dat in zekere zin is losgemaakt van het originele werk, van de tijd waarin het gemaakt is en, paradoxaal genoeg, van de realiteit van het werk en zijn tijd. Juist doordat wij daar zo ver verwijderd van zijn en geen kennis meer hebben van die eerste twee verhalen, hebben we er ons eigen verhaal bij gecreëerd. Het is een verhaal van mystiek en moderne symboliek. Een verhaal van hallucinatoire visioenen en traumdeutung, van horror en pornografie, van magie en surrealisme. Het is een adaptatie, een hertaling van het origineel. In een moderne versie. Voor een modern publiek. Ik ben geen liefhebber. Noch van het procedé, noch van het resultaat.

Natuurlijk, middeleeuwse schilderkunst diende als een boek voor leken. Voor hen die de kunst van het lezen niet machtig waren. Zeker niet de taal van de bijbel, het Latijn. Vanuit die functie waren schilders dus altijd plaatjesmakers, die in opdracht een geschrift verbeelden. Toch heeft dat veel schilders en schilderijen opgeleverd waar ik wel van houd. Het betreft dan werk dat daarnaast ook een schilderkunstige betekenis heeft.

Het werk van Bosch blijven voor mij illustraties. Plaatjes bij een verhaal. Het eerste verhaal vind ik boeiend, het tweede te theoretisch en het derde tamelijk irritant. Daarom houd ik niet van Jeroen Bosch. En ook niet van Dalì. Nog zo’n plaatjesmaker.

Maar dat is weer een ander verhaal.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s