Het beeld van gisteren was natuurlijk de oud-militair die tijdens de dodenherdenking op de Dam uit zijn rolstoel was opgestaan en zich trillend en zwaar leunend op zijn stok, wiegend als een riethalm in de wind, twee minuten lang staande wist te houden.
Het toeval wil dat ik eerder op de dag naar de tentoonstelling Late Rembrandt in het Rijksmuseum was geweest. Een onwaarschijnlijk mooie tentoonstelling die mij, net als dat beeld van die broze veteraan op de Dam, diep wist te ontroeren.
En ’s avonds wist ik dat het in beide gevallen, zowel in de zalen van het Rijks, waar verf vlees en geest werd, als op de keitjes van de Dam, waar de laatsten van een generatie zich verzamelden, ging om de breekbaarheid en eindigheid van leven.