Rozen, ik heb er een wat moeilijke relatie mee. Een vriend van mij zei ooit dat-ie het maar verfrommelde zakdoekjes vond en ik moest hem ergens wel gelijk geven. Sindsdien hoor ik zijn woorden steeds als ik zorgelijk naar ze kijk. Ik heb het dan niet over mijn klimroos, die robuuste New Dawn, Engelse plattelandsvrouw, twee voeten stevig op de grond, beschaafd en belezen, maar niet bang voor klei aan haar handen. Nee, mijn zorg betreft een ander type.
Het is zo’n 15 jaar geleden, denk ik. Volgens mij werden de zogenaamde David Austin rozen toen net populair in Nederland. En ik moet zeggen dat ze ook echt prachtig waren. Op papier. Ik bestelde een brochure die mij vanuit Engeland werd toegezonden. Uren kon ik daar in bladeren. A Shropshire lad, Charles Rennie Mackintosh, Chaucer, Fair Bianca, Katrhryn Morley, Lochinvar, Queen of Sweden, Scarborough Fair, Constance Spry. Heerlijke namen. Prachtige foto’s. Ik werd er hebberig van, wilde ze allemaal en kocht er uiteindelijk drie.
>lees verder