Gisteravond naar The Iron Lady geweest. Terwijl ik in het donker op het beginnen van de film zat te wachten, kwam Agnes Jongerius de zaal binnen. Samen met een drietal andere dames. Ze namen plaats op de rij achter mij. Was ik er door haar verschijning in het licht van de zaaldeur al bijna zeker van dat zij het was, haar karakteristieke stemgeluid schuin achter mij nam de laatste twijfel weg.
Ze zei niet veel, overigens. Minder dan de ietwat luidruchtige andere dames in ieder geval.
Ben benieuwd wat ze van de film vond. Vond er zelf niet veel aan.
Natuurlijk, Meryl Streep is indrukwekkend goed – maar indrukwekkend goed in wat eigenlijk? In het nadoen van Margaret Thatcher? O, zeker, daarvoor verdient zij, de stemcoach en de make-up afdeling alle lof. Maar volgens mij is het daar in het acteren of in het maken van een goede film niet om te doen.
Nee, waarin ik haar wel indrukwekkend vond, was het neerzetten van een oude vrouw die haar eerste, aarzelende schreden zet op het pad van de dementie. Dat was prachtig en ontroerend. Dat die oude vrouw Margaret Thatcher was, deed voor mij niet zo ter zake. Dat deel van de film, de biopic, liet mij koud en vond ik slecht gemaakt. Een haastige montage van een aantal belangrijke momenten in een leven, met een gemakzuchtig en oppervlakkig psychologisch sausje er als verklaring overheen.
En vooral de combinatie van de twee, de biopic en het portret van de oude vrouw, wilde maar geen film worden.
Ik had met alle plezier anderhalf uur naar Meryl Streep als oude vrouw gekeken. Geraakt, ontroerd en onder de indruk van hetgeen scenarist, regisseur en actrice mij voorschotelden.
En daar is het in een film wel om te doen.
Ben benieuwd hoe Agnes Jongerius daarover denkt.
Of zij voor vorm of inhoud kiest.